Deze risotto is zeker niet voor de beginnende koks, maar zeer gevorderd hoef je er ook niet voor te zijn. De truc is alle benodigde ingrediënten voordat je aan de daadwerkelijke bereiding begint, klaargezet en binnen handbereik te hebben. Verder is het een kwestie van scheutje voor scheutje bouillon toe te voegen tot de risotto bijna is drooggevallen en dit te herhalen totdat de risotto gaar is - neem hier zeker wel een minuut of 20 voor.
Als inspiratie voor dit gerecht kijk ik meestal meerdere recepten door, maar ik vind
het recept van Janneke Vreugdenhil toch wel het beste, daar is mijn versie op gebaseerd.
Ingrediënten (4 pers):
- 15-20g funghi porcini secchi (gedroogd eekhoorntjesbrood - te koop bij AH), gedurende 10-15 minuten geweekt in 150ml warm water, goed uitgeknepen en fijngehakt. Bewaar uitknijpvocht.
- 150g pancetta in stukjes gesneden (ook bij AH)
- 3 sjalotten, gesnipperd
- 1-2 tenen knoflook, gesnipperd
- 3 stengels bleekselderij, geschild en in boogjes
- 1-1,25l paddenstoelenbouillon
- 400g paddenstoelen (champignons en/of melange)
- Een royale scheut witte wijn
- 350g risotto
- 4 el geraspte parmezaanse kaas/pecorino/grana pardano
- 1-2 el gehakte peterselie
- Italiaanse keukenkruiden (vers of gedroogd)
- Een scheut truffelolie (anders 25 boter)
Neem een grote koekenpan, het liefst met hoge rand (hapjespan). Verhit hierin een scheutje olie en bak eerst de pancetta totdat deze wat dieper rood begint te kleuren en knapperig wordt, maar nog niet bruin is. Voeg hierna op middelhoog vuur de bleekselderij en sjalotten toe, totdat deze glazig zijn. Voeg hierna de knoflook, keukenkruiden en porcini toe en bak nog een minuutje mee. Voeg de risotto toe, totdat deze in plaats van wit een wat glazig uiterlijk krijgt.
Voeg hierna het vocht van de porcini toe en laat rustig roerend verdampen. Voeg hierna een flinke scheut witte wijn toe, laat ook deze weer verdampen tot de risotto alles heeft opgenomen.
Voeg hierna steeds een scheut bouillon toe en wacht met regelmatig en rustig roeren tot vrijwel alle bouillon is opgenomen. Proef zo tegen de liter bouillon hoe de bite en de smaak is. Breng eventueel op smaak met wat peper, wees terughoudend met zout omdat er straks nog kaas bij gaat. Qua bite moet de rijstkorrel nog wel te onderscheiden zijn, maar er mag geen echte droge/harde korrel meer te proeven zijn.
Bak intussen de helft van de paddenstoelen met een scheutje olie op hoog vuur in een grote pan op wat hoger vuur totdat ze iets geslonken zijn en mooi verkleurd.
Als de risotto klaar is, de helft van de paddenstoelen, een scheut truffelolie (of de boter), de kaas en de peterselie door de risotto roeren en de risotto 2-4 minuten laten rusten. Bak intussen de resterende paddenstoelen.
Schep de risotto op borden en schep de andere helft van de paddenstoelen erover heen.
Garnering evt. nog wat fijngehakte peterselie. Lekker met frisse salade.