Zelf geef ik de voorkeur aan 'de smaakvolle en smeuïge bal', die na het aanbraden in de jus wordt gegaard en waarna voldoende jus overblijft om serieus aan de prak te gaan.
Dit in tegenstelling tot mensen die van 'de zeer krokante bal' houden, waarbij de bal wordt aangebraden tot hij gaar is en de jus achterwege wordt gelaten of achteraf wordt gemaakt.
Zij kunnen voor een kleine hoeveelheid jus wat ketjap/scheutje water door het braadvocht roeren óf de tijdens het maken van de jus de ballen in een oven warm te houden. Aluminiumfolie kan ook, maar dat tast de krokante bite in mijn ervaring ook aan.
Ingrediënten 4-6 ballen:
- 500g half-om-half gehakt
- 2 sjalotjes, fijngesnipperd
- 3 ruime el paneermeel
- 1 ei
- 1 tl mosterd
- Optioneel: 1/2 tl worcestersaus
- Optioneel: 1 tl ketjap
- Optioneel: 1 el verse tijm, grof gehakt
- Olie + boter
- 250 ml runderbouillon + ketjap
- 1 tl allesbinder
Meng het gehakt, sjalotjes, paneermeel, ei, mosterd en (eventueel) optionele ingrediënten, zout en peper en meng goed. Als het gehakt nog veel te nat is, kan je nog wat paneermeel toevoegen, het moet wel een beetje kleverig blijven.
Draai hierna 4 of 6 ronde ballen - draai hierbij goed door totdat de bal mooi afgerond is en er geen 'cracks' meer inzitten. Laat de ballen even rusten (schil bijvoorbeeld aardappels)
Verwarm olie met boter in een braadpan. Wacht tot de grote bellen weg zijn en de boter licht bruin is gekleurd. Braad de ballen snel aan totdat ze rondom een lichtbruine korst hebben. Draai de ballen met 2 houten lepels om beschadigen te voorkomen. Blus af met een scheut ketjap en 250 ml bouillon. Laat 15-20 minuten op laag vuur met de deksel iets schuin op de pan garen, af en toe keren.
Haal de gehaktballen uit de jus en bewaar eventueel in aluminiumfolie. Zet het vuur hoog tot de jus kookt en roer de baksels met de houten spatel los. Voeg 1 tl allesbinder toe om de jus wat te binden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten